Windparken in Belgische Noordzee leverden in 2021 groene stroom voor bijna 2 miljoen Belgische huishoudens

04/01/2022

Offshore wind productie in 2021

2021 is het eerste jaar waarin de offshore windenergiezone, gelegen op 23 tot 54 km afstand van de kust, volledig operationeel is geworden. Sinds eind 2020 bedraagt de operationele windcapaciteit in de Belgische Noordzee 2262 MW, wat te vergelijken is met de capaciteit van de twee grootste kernreactoren (Doel 4 en Tihange 3) samen.

In 2021 produceerden de 399 windturbines, verdeeld over 9 zones, om en bij de 6,77 TWh. Dit komt overeen met de jaarlijkse elektriciteitsbehoefte van bijna 2 miljoen gezinnen, of 8% van de totale elektriciteitsvraag in België.

De operationele parken leveren daarbij een significante CO2-besparing op Belgisch niveau. Zo wordt geschat dat, bij het huidige aandeel offshore windenergie in de energiemix, jaarlijks 3 miljoen ton CO2 bespaard wordt. Ter vergelijking, dit is de jaarlijkse CO2-opname van 3000 km2 bos in ons klimaat. Men zou dus een oppervlak zo groot als Oost-Vlaanderen moeten bebossen om hetzelfde effect te creëren.

Seizoensgebonden productie

De wintermaanden zijn traditioneel maanden met de hoogste productie van offshore windenergie. Zo zagen we in februari, maart en april een hoge stroomproductie, alsook in oktober 2021. Deze seizoensgebonden piekproductie valt vaak samen met een verhoogde elektriciteitsvraag in de herfst- en wintermaanden.

In de zomermaanden van 2021 was er zoals gewoonlijk minder stroomproductie op de Noordzee. De zomerperiode gaat ook gepaard met een lagere vraag naar elektriciteit en een hogere productie van stroom uit zonne-energie. Zoals uit de grafiek blijkt, zijn zon en windenergie dus erg complementair.

Capaciteitsfactor offshore wind

De capaciteitsfactor, of productiefactor, een maat voor de productiviteit van een energiecentrale, bedroeg in 2021 34,4%. Dit is lager dan de gemiddelde capaciteitsfactor die voor offshore wind in de Belgische Noordzee ongeveer 38 % bedraagt. De lagere capaciteitsfactor voor offshore wind in 2021 is te verklaren door minder windaanbod. In 2021 werden lagere windsnelheden gemeten dan in 2020.

Toch bleven ook dit jaar de windparken ± 90% van de tijd beschikbaar en dus elektriciteit produceren. In juni, de rustigste maand op zee, was dit 79%, terwijl tijdens november de windturbines 96% van de tijd draaiden.

Ondanks de lagere windsnelheden, konden de windparken in 2021 het productierecord van 2020 (6,73 TWh) licht overtreffen, aangezien de turbines geïnstalleerd in de lente en herfst van 2020 voor het eerst een volledig jaar draaiden.

De totale elektriciteitsvraag in België bedroeg in 2021 84,4 TWh. Na de daling van de elektriciteitsconsumptie in 2020, komt deze opnieuw in de buurt van het niveau in 2019 (84,9 TWh).
Offshore windenergie in België komt in 2021 aan 8% van de totale elektriciteitsconsumptie tegemoet. Enkel Denemarken (18%) en het Verenigd Koninkrijk (14%) hebben een hoger aandeel van offshore wind in de elektriciteitsmix. België staat zo in de Europese top drie op het vlak van aandeel offshore windenergie in de elektriciteitsmix.

Verwachtingen 2022

In 2022 komen er geen nieuwe windparken bij in de Belgische Noordzee.

De federale regering werkt aan een aanpassing van het wetgevend kader voor de tender voor maximaal 3,5 GW bijkomende offshore wind capaciteit in de nieuwe offshore windzone, de Prinses Elisabeth-zone. Wanneer deze nieuwe parken volledig operationeel kunnen worden, hangt af van de federale regering, voor de wetgeving rond de tenderprocedure en van de netbeheerder die de aansluiting op het net op land moet kunnen waarborgen.

Volgens de huidige planning zal de bekendmaking van de winnaars van de tender verwacht worden in 2024 en 2026. Het eerste park met een vermogen van 700 MW zou kunnen aangesloten worden eind 2026. De volgende parken zouden aangesloten kunnen worden vanaf begin 2028.