Officiële inhuldiging SeaMade markeert voltooiing van de eerste windenergiezone in de Belgische Noordzee
22/10/2021
In aanwezigheid van premier De Croo en twee andere leden van de federale regering werd op 20 oktober 2021 in Oostende het windmolenpark SeaMade feestelijk ingehuldigd. SeaMade is het meest recente opgeleverde, en tegelijkertijd grootste park in de Belgische Noordzee.
Het windmolenpark SeaMade werd gerealiseerd door een consortium van Otary, Ocean Winds en Eneco. Het park is al even aangesloten op het net, de laatste turbine werd opgeleverd in november 2020. Ondanks de beperkingen in het kader van de corona-epidemie, werd de bouw van het park voltooid binnen de voorziene tijd. Nu het park opgeleverd is, staat Otary in voor het management, en zal dus onder andere het onderhoud van de 58 turbines voorzien. In totaal beheert Otary 100 turbines op de Belgische Noordzee, goed voor een capaciteit van 800 MW.
De officiële inhuldiging van het windmolenpark SeaMade is de laatste stap in de oplevering van de eerste Belgische offshore windzone. De 399 geïnstalleerde turbines vormen nu een energiecentrale met een capaciteit van 2,3 GW. Op jaarbasis produceren deze windparken samen gemiddeld 8 TWh, voldoende om aan de elektriciteitsvraag van ongeveer 2,2 miljoen gezinnen te voorzien.
De opening gebeurde in bijzijn van eerste minister Alexander De Croo, minister van Energie Tinne Van der Straeten, vice-eersteminister en minister van Noordzee Vincent Van Quickenborne, alsook de Waalse vice-president en klimaatminister Philippe Henry en burgemeester van Oostende Bart Tommelein.
Volgende stap is de ontwikkeling van de Prinses Elisabethzone, de tweede zone voor offshore windenergie. Recent bevestigde de ministerraad de ambitie om een capaciteit van 3,1 tot 3,5 GW te installeren in deze zone, waar dit voorheen 2,2 GW was. Hiermee onderschrijft de regering het belang van offshore wind in de energietransitie en zet het ook in op de vele voordelen op vlak van klimaat, maatschappij en economie.
De opening kwam ook aan bod in het VRT journaal