Stormachtige februari stuwt offshore energieproductie naar nieuw record

02/03/2022

Voor het eerst overschreed de maandelijkse productie de kaap van 1 TWh. Februari 2022 verbetert zo vlot het vorige maandrecord (878 GWh) van oktober 2020. De 8 windparken op de Belgische Noordzee produceerden 14,3% van de Belgische elektriciteitsvraag. De turbines op land genereerden 676 GWh. Windenergie was in totaal goed voor bijna een kwart (23,9%) van de Belgische elektriciteitsvraag.

De wintermaanden kunnen traditioneel de beste productiecijfers voorleggen. Door de hogere windsnelheden en afwezigheid van windstille dagen, draaien de windturbines gemiddeld aan een hoger vermogen. De capaciteitsfactor, een maat voor de productiviteit van een energiecentrale, lag deze maand op 67%. Dit betekent dat turbines gemiddeld aan twee derde van het maximumvermogen elektriciteit produceren. In februari 2022 leverden ze trouwens 98,8% van de tijd stroom aan het net.

In de afgelopen weken kwamen de parken met goede dagcijfers en werd stilaan duidelijk dat een nieuw record binnen handbereik was. De aanhoudende wind zorgde ervoor dat het vorige record van de maand oktober 2020 al op 24 februari sneuvelde. Uiteindelijk werd in de laatste uren van de korte maand februari, om 20u, voor het eerst een record maandproductie van 1 TWh bereikt.

Een Belgisch gezin verbruikt gemiddeld 291 kWh aan elektriciteit per maand. In februari produceerden de 399 windturbines op zee dus voldoende stroom voor ongeveer 3,4 miljoen Belgische gezinnen in dezelfde periode.

Over de hele maand februari was offshore wind goed voor 14,3% van de elektriciteitsconsumptie. De windturbines op land namen 9,6% op zich. Zo voorzag windenergie gedurende februari in 23,9% van de verbruikte elektriciteit. Op zondag 20 februari werd een opmerkelijk aandeel in de stroomvraag bereikt: windenergie (op land en op zee) was die dag goed voor 37% van de totale elektriciteitsconsumptie in België.

Storm Eunice

Dankzij de aanhoudende wind, konden de windparken in de derde week van februari aan 75-90% van het maximumvermogen produceren. Tegelijkertijd werden ook de stormen Dudley en Eunice voorspeld. Op 17 februari stuurde netbeheerder Elia een officiële stormwaarschuwing naar de parken, waarop zij extra voorzorgsmaatregelen namen.

Aangezien op zee de wind harder waait, is een offshore windturbine zo ontworpen dat bij heel hoge snelheden (tot 110 km/u) elektriciteit geproduceerd wordt. Indien hogere windsnelheden waargenomen worden, schakelt de turbine automatisch over in veiligheidsmodus. Concreet houdt dit in dat de turbine overgaat in ‘vaanstand’: de wieken positioneren zich anders tegenover de wind waardoor de impact op de turbine en funderingen gereduceerd wordt. Deze ‘vaanstand’ kan ook al bij lagere windsnelheden geactiveerd worden. De wieken worden dus niet geklemd in een vaste positie, maar blijven vrij draaien in een beschermende stand. Boven de maximumsnelheid (cut-off speed), wordt geen elektriciteit geleverd aan het net, ter bescherming van de rotor.

Op 18 februari gebeurde dit tussen 15:45 en 16:30, wanneer storm Eunice het hevigst tekeer ging op de Belgische Noordzee. Het was de eerste keer in de Belgische offshore windgeschiedenis dat alle windturbines collectief in veiligheidsmodus gingen. De productie herstelde zich vanaf 17u, maar werd verhinderd door twee schepen die op drift raakten tijdens de storm en in de windparkzone terechtkwamen. Uit veiligheidsoverwegingen werden omringende windturbines stilgelegd. De betrokken schepen werden later succesvol weggesleept. In de ochtend van 19 februari kon terug geproduceerd worden aan maximumcapaciteit.

Ondanks de waakzaamheid rond Eunice, bleven de turbines 97% van de dag stroom injecteren op het net. Uiteindelijk klokte de productie af op 28 GWh, of 11% van de totale elektriciteitsvraag op 18 februari (256 GWh).