BOP uitgenodigd op de Commissie voor Energie en Klimaat

29/04/2020

Mijnheer de voorzitter,
Dames en heren volksvertegenwoordigers,

Het Belgian Offshore Platform, de vereniging die de eigenaars van de windparken in het Belgische deel van de Noordzee vertegenwoordigt, wenst u uitdrukkelijk te danken voor uw uitnodiging op deze hoorzitting. Ter achtergrondinformatie geven we hierbij enkele cijfers en trends mee die de actualiteit in een ruimer kader kunnen plaatsen.

Offshore wind in België behoort tot de wereldtop

De visionaire kracht van Belgische bedrijven en investeerders maar ook en vooral het stimulerende federale energiebeleid sinds 2000, heeft ervoor gezorgd dat de Belgische offshore windindustrie vandaag wereldwijd toonaangevend is geworden, van het Verenigd Koninkrijk -nummer 1 wereldwijd in offshore windenergie- tot in Japan en China.

Vandaag staat er in de Belgische Noordzee een geïnstalleerde offshore windenergiecapaciteit van 1775 MW; tegen eind dit jaar zullen alle windparken samen een elektriciteitscentrale vertegenwoordigen van 2262 MW. Hiermee staat België op het vlak van offshore windenergie op de vierde plaats wereldwijd, en per capita op de derde plaats. Offshore windenergie zal tegen eind 2020 instaan voor 10 % van de totale elektriciteitsvraag in België.

Met de verdubbeling van de windcapaciteit in de Belgische Noordzee, zoals in 2018 beslist door de federale regering Michel I, en wettelijk verankerd in het Marien Ruimtelijk Plan 2020-2026, zal windenergie op zee binnenkort kunnen voorzien in ongeveer 20 % van de totale Belgische elektriciteitsvraag.

Kosten-baten analyse offshore windenergie

Naast de substantiële bijdrage tot de Belgische klimaat- en hernieuwbare energiedoelstelling, heeft windenergie op zee evidente ecologische voordelen, waaronder geen uitstoot van broeikasgassen noch van luchtverontreinigende stoffen, geen gevaarlijk en onverwerkbaar afval als neveneffect van elektriciteitsproductie, een snelle en circulaire ontmanteling van de installaties op zee en een toename van mariene biodiversiteit in en rond de windparken.

Op het vlak van energiebevoorrading biedt offshore wind het voordeel van niet of nauwelijks afhankelijk te zijn van buitenlandse grondstoffen noch van buitenlandse beslissingscentra. De productie van windenergie is variabel maar grotendeels voorspelbaar.Minstens 90 % van de tijd produceren de offshore windturbines stroom. De capaciteitsfactor van de windparken in zee – de verhouding van de werkelijk geproduceerde energie tot de energie die de windturbine kan produceren op vol vermogen- bedraagt gemiddeld 38 à 40 %. Tijdens de winter verhoogt deze capaciteitsfactor echter substantieel: zo noteerden de windparken afgelopen winter een gemiddelde capaciteitsfactor van 56 %, en in de maand februari 2020 zelfs 72 %.

Aan de ontwikkeling van de offshore wind industrie zijn er voor België ook talrijke macro-economische voordelen verbonden die tegenover de kost van de steun kunnen geplaatst worden: 1 miljard extra BBP per jaar, creatie tot 16,000 jobs en een verbetering van de handelsbalans tengevolge van de verminderde import van elektriciteit en de export van diensten en goederen van Belgische bedrjiven actief in de offshore wind sector.

Impact COVID-19 op beschikbaarheid windparken

Het overleg met de federale overheid, in casu de FOD Economie-AD Energie, heeft geleid tot de erkenning van de offshore windenergiesector als essentiële sector (MB 18 maart 2020). Hierdoor zijn de windparken kunnen blijven doorwerken met inachtname van de veilige afstand en andere preventieve maatregelen. Daardoor heeft de sector de impact op de windparken in operatie en in aanbouw kunnen beperken. Met betrekking tot de twee windparken in aanbouw werden op heden alle windturbines voor Northwester 2 geïnstalleerd. Voor SeaMade, het project met de tot dusver grootste capaciteit (487 MW), blijft de bouwplanning aangehouden waarbij de 58 windturbines geïnstalleerd zullen worden van 15 juni tot eind dit jaar. Uiteraard blijft het belangrijk dat de logistiek van de leveringsketen én de bouwwerf zelf, met basis in de haven van Oostende, niet stilvalt. Dit zou significante meerkosten met zich meebrengen, en ook een effect hebben op de geplande productiedatum.

Met het oog op grote onderhoudscampagnes en de lopende bouwactiviteiten de komende maanden, is er wel expliciet vraag naar beschermend materiaal en testmogelijkheden voor de offshore werknemers, die door de aard van het werk niet steeds de anderhalve meter maatregel zullen kunnen blijven toepassen. De jaarlijkse onderhoudscampagnes zijn absoluut noodzakelijk om de beschikbaarheid en de productie van de windparken na de zomer en tijdens de winter te garanderen, maar deze vereisen heel wat werkkrachten op zee.

Dankzij de ‘essentiële sector’ regel voor de windparken en hun toeleveranciers kon de directe impact van COVID-19 beperkt worden op het vlak van de beschikbaarheid van de windparken. Echter, sommige windparken hebben de laatste weken minder kunnen produceren, deels als indirect gevolg van COVID-19.

Afregeling windparken sinds COVID-19 crisis

Sinds half maart worden bepaalde parken geconfronteerd met een vraag tot afregeling of stillegging. Hierdoor is de productie van offshore windelektriciteit sinds de COVID-19 maatregelen lager dan wat technisch mogelijk is bij de heersende windcondities. Er is steeds frequenter een afregeling van ~500 MW maar op bepaalde dagen, zoals op paasmaandag, werd omwille van de gedaalde vraag en een overaanbod van ‘grijze’ stroom ~900 MW tijdelijk stilgelegd. Dit is meer dan de helft van het beschikbare vermogen.

Afregeling van offshore wind is technisch mogelijk en kan heel snel: in enkele minuten van 100% naar 0%. De windparken beslissen niet zelf over afregeling: dat is ofwel de afnemer (deze zaken zijn contractueel geregeld tussen het windpark en de afnemer van de stroom), ofwel regelt de netbeheerder af in het kader van het evenwicht van het net.

De afregeling of stillegging heeft een financiële impact voor de windparken. Maar er is uiteraard ook een vermindering van groene stroomproductie. Zo heeft een windpark de afgelopen maand door de afregeling een productiedaling van 17,5 % genoteerd.

Gevreesd wordt dat met name tijdens zomermaanden met lage vraag bij groot aanbod van productiecapaciteit het fenomeen van negatieve prijzen, en dus tijdelijke stopzetting van groene stroomproductie op zee, zich zal blijven voordoen.

Offshore wind heeft slechts een beperkt aandeel in de totale productiecapaciteit en is derhalve niet verantwoordelijk voor de overproductie. Toch worden de parken door de overheid gepenaliseerd. Ondanks de afschakeling van de offshore windmolenparken waren de prijzen gedurende die tijd overigens nog steeds negatief.

Het afregelen en stilleggen van groenestroominstallaties ten voordele van grijze stroomproductie is niet alleen een inbreuk op het voorrangsprincipe voor hernieuwbare energie, zoals bepaald in de Elektriciteitswet van 1999, maar het staat vooral haaks op het beleid van de energietransitie, met een groter aandeel van hernieuwbare energieproductie.

Het hoeft dan ook geen betoog dat de windparken op zee de afregeling zo veel mogelijk wensen te beperken, zodat de groene stroomcapaciteit maximaal zou kunnen blijven produceren.

Binnen het beperkte tijdskader hebben we getracht u relevante informatie aan te reiken. We blijven uiteraard ten allen tijde beschikbaar om bijkomende informatie te verschaffen.

Jaak RUTTEN – Voorzitter BOP

Annemie VERMEYLEN – Secretaris-generaal BOP